Terug naar index Triosonic | Terug
naar "Over Triosonic"
Bestel
CD
"Triosonic". A-Records ARP 73089. Maart 1997.
Ferdi Schukking (saxofoons), Theo
Hoogstins (bas), Menno de Bruin
(drums)
- Octocon (Octotonische constructie) is een compositie
gebaseerd op twee octotonische toonladders die zijn verwerkt als reeksen
volgens de toepassingen van Arnold Schönberg. Door deze reeksen
te harmoniseren als twee septiemaccoorden ontstaat een humoristische
verwijzing naar de blues.
- Lick 'm Broeder. Een lickenbroeder is iemand die op
rigide manier gebruik maakt van andermans ideeën (licks), die
tot in de perfectie doorvoert, maar de oorspronkelijke bedoeling en
intensiteit ervan uit het oog verliest. Lick 'm Broeder is daar een
persiflage op. Het is geschreven rond de centrale toon A die het ingredient
is van twaalf accoorden op elke trap uit de chromatische toonladder.
Deze accoorden zijn als I-VI-II-V met elkaar verbonden. Het thema
draait rond de septiem en de none en is gebaseerd op een aantal 'licks'.
De traditionele AABA-vorm wordt overdreven benadrukt doordat het B-gedeelte
recht gespeeld wordt in tegenstelling tot het A-gedeelte, dat in swing-opvatting
wordt uitgevoerd.
- Expansion is een gedragen rubato melodie die ondersteund
wordt door een gestreken bas. De drummer soleert heftig, uitdijend
waardoor de sopraansaxofoon erbij betrokken wordt. Ook de bas reageert:
stevig plukkend wordt de melodie tot een hoogtepunt gedreven.
- The Left Over (Het kliekje) is gebaseerd op de derde
octotonische reeks die niet verwerkt werd in Octocon en dus overbleef.
Een 5/4 maat doorsnijdt het up-tempo. De van Rock'n Roll afgeleide
baslick geeft het stuk een punk-achtig karakter.
- De Visserstraat Blues is een blueslick gespeeld door
de bas- die zich heel verrassend naar een driekwartsmaat ontwikkelt.
Tijdens de improvisatie kan de driekwartsmaat op elke willekeurige
plek gespeeld warden. De 14-maten structuur drijft de vier om vier
met de drums tot een spannende climax.
- Song 4 C is opgedragen aan John Coltrane (1926-1967).
Deze ballad drukt het universele verlangen uit. De melodie in het
hoge register van de tenor is geconcipieerd met de toevoegingen (13
en 11) van het accoord. Het schema moduleert van es-mineur naar a-mineur.
Het B-gedeelte is een driekwartsmaat.
- Spiral Sequence is een twaalftoonsreeks die door de
ritmische variatie iedere keer als zij herhaald wordt een ander karakter
heeft. De kreeft van de reeks leidt de solo in, waarin de musici de
reeks als uitgangspunt voor de solo gebruiken.
- Up and Go, Libero!
Stilte is ook muziek. Het contrast tussen het up-tempo thema en de
{up-tempo} stilte werkt ongelooflijk spannend. De intervallen zijn
onregelmatig (2, 3, 4 en 5 maten) en worden tijdens de improvisatie
zonder afgesproken schema voortgezet. Ook het tempo varieert.
Wind in Rockanje ontstond tijdens een optreden op het
strand van deze Zuidhollandse badplaats. Het ruisen van de zee is
te horen in de 'valse lucht' van de tenor. Het water kabbelt door
de twee accoorden van de bas. Gaat het stormen?
-
- Thanks is een swingende 12/8 maatsoort. De contrabas
begint met het thema: een ostinaat-figuur. Bij elke nieuwe inzet verandert
het tooncentrum. De samenklank wordt steeds dissonanter. Op twee plaatsen
wordt het thema onderbroken door een ritmisch patroon. De eerste keer
in 12/8, de tweede keer in 7/8, waardoor een verschuiving optreedt.
Dit zijn de ingredienten voor het duo sopraan en drums. Het stuk is
opgedragen aan Steve Lacey die veel met deze vormen, structuren en
harmonieën werkt.
-
- 444 & 453 is een ballad met een twaalftoons melodie.
De cijfers refereren aan het gebruik van complementaire vierklanken,
die te vergelijken zijn met de harmolodics van Ornette Coleman. Het
453 staat voor een vierklank, een vijfklank en de zeer verrassende
e-mineur drieklank aan het einde van het thema.
-
- Op saxofoon kunnen ook meerklanken gespeeld warden. Zelfs accoorden
zijn met bepaalde greepcombinaties en een zeer flexibele embouchure
(mondstand) tot klinken te brengen. Het stuk Multiphonics
wordt gespeeld op sopraansaxofoon. Eerst rustig, chromatisch, modulerend
en weer terug en vervolgens heftiger, met dissonanten, schril en hoog.
Het tweeds gedeelte -Vogelvlucht- suggereert meerdere
tonen door de snelle arpeggio-(stapeling) beweging. De 'circular breathing'
techniek versterkt dit effect.
-
- 7th Hour Blues. Door een twaalftoonsreeks, gebaseerd
op het zevende uur van Schat's toonklok, te projecteren op een mineurblues,
ontstaat er een grillige lick waarvan de laatste noot pas de toonsoort
bevestigt. De bariton-saxofoon en de bas soleren 'lick om lick' waama
de drumsolo door beide instrumenten begeleid wordt met een ritmisch
patroon.
-
- Klipzo
is een aanstekelijk melodietje, gebaseerd op de Caribische Calypso.
In het B-stukje wordt het thema een halve toon hoger gespeeld en bovendien
een tel verschoven (de beat wordt omgedraaid). Bovendien heeft het
geen acht maten, maar zeven. Een melodietje om fluitend mee door het
huis te gaan.
|