Terug


In februari 2006 speelt POI 12-toons popmuziek. Feddo Westra (keyboards) en Adam Elders (basgitaar)

Eind negentiende eeuw ontstond de jazz uit een mix van blues en klassieke muziek. De jazz kenmerkte zich door een veelvuldig gebruik van vierklanken, wilde ritmes, opzwepende melodieën en veel ruimte voor improvisatie. Of het nu om blues, jazz of klassieke muziek gaat: alles staat in een toonsoort (bijvoorbeeld D-groot of G-klein).

Rond 1925 werd door Arnold Schönberg een nieuwe muzieksoort bedacht: de dodecafonie, of twaalftoonsmuziek.  De dodecafonie staat niet in een toonsoort omdat alle twaalf tonen even belangrijk zijn en even vaak gespeeld worden. Webern en Berg waren leerlingen van Schönberg die de dodecafonie verder ontwikkelden. Daarna volgde Igor Strawinsky. Vervolgens raakte deze muzieksoort wat in de vergetelheid; waarschijnlijk omdat ze toch wel erg ontoegankelijk was.

Vanaf die tijd hebben talrijke componisten zich met dit genre beziggehouden, maar zonder veel publiekelijk succes.

In 1988 publiceerde Peter Schat zijn twaalf toonklokken en kondigde daarmee de wedergeboorte aan van de dodecafonie. Dit tweede leven heeft echter niet lang geduurd.

In 1992 heeft Feddo Westra deze toonklokkenreeks met zes nieuwe klokken uitgebreid. In zijn compositie All 12 verweeft hij al deze dodecafonische principes met tonale stijlen zoals de blues, jazz, salsa en jungle. Het resultaat is volgens vele luisteraars ongehoord te noemen: buitengewoon interessant, swingend en inspirerend.