recensie Delphi Kwartet | meer over Ferdi Schukking-solo

Delphi Saxofoonkwartet: PROGRAMMA



Ton de Leeuw- Saxophone Quartett
Hoewel Ton de Leeuw (1926-1996) geen microtonaal systeem toepaste, zijn de microfonen wel functioneel: zonder de microtonen zou de muziek anders klinken. Zo komen er in Saxophone Quartett slechts drie kwarttonen voor, die op het moment van klinken, in een langzame beweging uitmondend in een koraal, zeer kleurbepalend zijn. De Leeuw volgde vaak dezelfde werkwijze: hij stelde een model op van de tonen die hij wilde gebruiken, bepaalde de volgorde en ontwikkelde een analoog model voor het ritme. Dit model wordt in een compositie een paar maal doorlopen, zonder letterlijk herhaald te worden. Bepaalde tonen worden weggelaten, in een ander register geplaatst of vervangen door een rust. Zo ontstaat een cyclisch proces van eindeloos gevarieerde herhaling. Een mooi voorbeeld is de terugkeer van de beginmelodie van het Saxophone Quartett aan het slot van het stuk: door de gewijzigde ritmiek en het andere register krijgt de melodie een nieuw karakter.

Ryo Noda- Murasaki No Fuchi 1
Murasaki No Fuchi 1 van de Japanse saxofonist en componist Ryo Noda (1948) bevat, naast de kwarttonen, veel moderne speeltechnieken: flatterzunge, flageoletten (toptonen boven het eigenlijke register), slap tongue (klakkende beweging van het riet tegen het mondstuk), harmonies (overblazen), multiphonics (meerdere tonen tegelijkertijd) en improvisatorische gedeelten. Het stuk wordt op twee altsaxofoons gespeeld.

Sofia Gubaidulina- Sonata for two Bariton Saxophones
In 1994 schreef Sofia Gubaidulina een nieuwe versie van een werk voor twee fagotten uit 1977. In dit ééndelige stuk maakt zij gebruik van kwarttonen en glissandi om een fascinerende klank te creëren die doet denken aan de cello, of zelfs aan de menselijke stem. De vreemde klanken roepen beelden op van geheime rituelen, aanroepingen en religieuze dansen. Gubaidulina benut de volledige omvang en expressieve mogelijkheden van de saxofoons die ze op vakkundige wijze in complexe accoorden met elkaar combineert. De Sonata eindigt onverwacht met een stralend E-groot accoord.

Luc Brewaeys- Dirge for Dina
Microtonen, veelal gebaseerd op de natuurlijke boventonen, zijn karakteristiek voor de kleur van het werk van Luc Brewaeys (1959). Brewaeys studeerde compositie bij André Laporte, Franco Donatoni en Brian Ferneyhough. Van 1980-84 werkte hij samen met Iannis Xenakis. Van 1991-94 was hij docent analyse van hedendaagse elektronische en computermuziek aan het Brussels Conservatorium. Sinds 1985 is hij werkzaam als muziekregisseur bij de BRTN. Hij ontving diverse prijzen en kreeg opdrachten uit binnen- en buitenland. Zijn CD met symfonisch werk kreeg vorig jaar de Cecilia- en Snepvangerprijs van de Belgische Muziekpers.
Dirge for Dina is een eerbetoon aan de overleden vrouw van saxofonist/componist Daniël Kientzy. De partituur bevat vele kwarttonen en multiphonics die een harmonische functie hebben.

J. Ciconia- O virum omnimoda
Temidden van alle 20ste-eeuwse composities lijkt het motet van Joannes Ciconia (1370-1411) een vreemde eend in de bijt. Toch worstelde hij 6 eeuwen geleden met hetzelfde stemmingsprobleem als onze tijdgenoten. Het motet is gedacht vanuit de pythagoreïsche stemming, dat wil zeggen zuivere tertsen en, in onze oren, overdreven hoog geïntoneerde leidtonen. Anders dan de Fransen vond Ciconia niet alleen dat de terts een dissonant interval was, maar hij merkte in zijn theoretische geschriften ook op dat zangers de halve tonen vaak slecht intoneerden. Daarom zocht hij een manier om de verschillende intonaties van de intervallen in de muziek te noteren. Hij gebruikte hiervoor verschillende tekens. Een van deze tekens wordt in onze eeuw ook gebruikt, namelijk om de kwarttoon te noteren.
Een ander muzikaal probleem waar rond 1400 heftig over werd gediscussieerd betrof de tegenstelling tussen de Italiaanse en de Franse componeerstijl: vloeiende, zangerige melodielijnen, een samengaan van tekst en muziek en het integreren van volksinvloeden tegenover een nadruk op vertikale detaillering, een secundair belang van de tekst en een strenge vorm. Ciconia wist uiteindelijk een synthese tussen beide stijlen te creëren.
In 1390 kreeg hij een aanstelling als componist aan de kathedraal van Padua. Hij werd beïnvloed door Guillaume de Machaut en Francesco Landini. In 1391 werd hij kapellaan van een Franse kardinaal te Rome. O virum omnimodia is een motet ter ere van de zuid-Italiaanse heilige Nicolas Trami.

Jos Zwaanenburg- Under Dirndl Skirts
Jos Zwaanenburg (1958) studeerde fluit bij Joost Tromp en compositie bij Wim de Ruiter aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam. In 1985 sloot hij zijn studie af 'met onderscheiding' en in 1984 was hij prijswinnaar van het Gaudeamus Vertolkersconcours. Sindsdien verschijnt hij op internationale concertpodia. Hij is als docent verbonden aan de universiteit van Huddersfield in Engeland, waar hij recentelijk ook zijn masters degree Muziekwetenschap behaalde. Momenteel werkt hij aan een boek over fluit en live-elektronica.
"In Under Dirndl Skirts moeten de kwarttonen worden beschouwd als 'vervuilde chromatiek' in een evenredig zwevend systeem. Bij de uitvoering dient de aandacht vooral uit te gaan naar articulatie, ritmische precisie (met name van de kwintalen) en dynamiek. Veranderingen van klankkleur als gevolg van de speciale grepen om de kwarttonen te kunnen spelen zijn meer dan welkom."

Anne La Berge- Rough Sax
Anne La Berge groeide op in Stillwater (Minnesota), maar woont al jaren in Amsterdam. Zij is actief als uitvoerder van de nieuwste muziek voor fluit, waarbij ze samenwerkt met componisten als Nick Didkovsky, Larry Polansky, David Dramm en John Fonville. Zij treedt op met het Ensemble Modern uit Frankfurt en het Amsterdamse Delta Ensemble en geeft les aan het Hilversums Conservatorium. Zij experimenteert veel met de nieuwste technische middelen. Zo koppelt zij de fluit aan interactieve computersystemen en MIDI-synthesizers.
In haar compositie rough Sax voor drie alten en een baritonsax maakt La Berge gebruik van de harmonische boventonen die een saxofoon produceert. De spelers wordt gevraagd zo zuiver mogelijk te intoneren (just intonation). Daarnaast worden kwarttonen voorgeschreven. Het stuk is gebaseerd op materiaal van Revamper, een compositie van La Berge die recentelijk op CD verscheen.