Very Shucking"Very Shucking" betekent (afgezien van de woordspeling naar de naam van de leider van de band) "pellen". De composities zijn opgebouwd uit een veelvoud van muzikale en harmonische schillen. Ook de kleur van de klank: koper- en riet-, strijk- en slag-instrumenten is gelaagd gebruikt. Door het hele repertoire loopt een rode draad, langs verschillende gevoelslagen weergegeven: aan de musici zich zodanig te ontwikkelen (pellen) dat de muziek spreekt, niet het individu. Dit kan alleen als zij hun instrument tot in de finesses beheersen. In maart 1995 heeft de groep de Dordtse Jazzprijs gewonnen. De jury was zeer lovend over de composities, het hoge nivo van samenspel en de ongekunstelde manier waarop traditionele met hedendaagse improvisatie-technieken werden verbonden. "De stuwende en krachtige ritmesectie leggen een stevige basis voor de blazerssectie, die solisten herbergt met een zeer persoonlijk vocabulaire." Inmiddels is een nieuwe demo opgenomen in Studio 44 van Max Bolleman. Op de cassette staan 4 composities: Het Vervolg is een big-band thema gevolgd door een funky altsaxofoonsolo van Willem Hellebreker. Het blazersarrangement ondersteunt de solist, waarna drummer Pieter Bast de solo overneemt. La Rivière Souterrain is gecomponeerd met behulp van de Toonklok van Peter Schat. Het is een impressie van een ondergrondse rivier, vlakbij Foix in Zuid-Frankrijk. Vanuit een verstilde opening door een eenzame hoorn groeit het stuk aan in orkestratie en dynamiek tot een uitbarsting van geluid. Maarten Gal speelt een lyrische hoornsolo, waarna het stuk overgaat in swing. Tenorist Paul de Leest voert het terug tot je het geluid hoort wegsterven en weerkaatsen in de grotten. Muis op Mars begint rustig met een 7/4 modaal sopraan-thema in Bb-mineur. Alt en tenor ondersteunen de baslijn, het koper speelt laddervreemde tonen, zó laag dat een vervreemdend effekt ontstaat. Ferdi Schukking soleert op sopraan, becommentarieerd door de blazers, zich een weg door de ruimte. Free at Last begint als collectieve improvisatie op één noot. Na de sopraansolo reageert iedereen met 2 verschillende geluiden op elkaar. Fernand de Willigen (trombone) soleert over de gedragen akkoorden van de blazers. Glissandi en ritmische versnellingen luiden de bassolo in van Theo Hoogstins, waarna het laatste thema ingezet wordt.
De Musici: |