Interview NRC, 27 maart 2000


Ferdi Schukking over blaastechnieken

Door EDO DIJKSTERHUIS

,,Soms is een instrument voor de gek te houden. Dat is bijvoorbeeld het geval bij multiphonics, waarbij je extra boventonen produceert door bepaalde kleppen tussen de hoogst en laagst geplaatste vinger los te laten. Er zitten wel honderden van die boventonen op een saxofoon en er bestaan ook wel tabellen met grepen voor de verschillende tonen. Maar je ontdekt de meeste klanken door veel te oefenen. En dan maar hopen dat je niet vergeet hoe je het ook alweer deed. Het is mij wel eens overkomen dat ik er twee weken over deed om een bepaalde klank terug te vinden.''

Pas op zijn eenentwintigste had Ferdi Schukking voor het eerst een saxofoon in handen. Maar toen was het ook meteen liefde op het eerste gezicht. De zelfbenoemd saxofoon-verslaafde gaf zijn accountantsstudie eraan om zich te bekwamen op het rietinstrument. Na het conservatorium in Maastricht te hebben afgerond, maakte hij onder andere deel uit van Triosonic, het septet Very Shucking en trad hij op met improviserend danseres Truusje Graste. Om zijn verkenningen op de saxofoon in kaart te brengen maakte hij onlangs de solo-cd Lucht, waarop hij op verschillende saxofoons een breed scala aan speeltechnieken de revue laat passeren.

,,Mijn favoriete instrument is de sopraansaxofoon. Het is wel een moeilijk instrument dat veel aandacht vraagt. Als je er een dag niet op speelt, klinkt hij al chagrijnig. Maar met dat heldere geluid kan ik het beste experimenteren. De tenor, daarentegen, is veel meer voor de weemoed en melancholie. Hij heeft een dragend, groot geluid, maar vraagt gewoon meer om emotie dan ideeën. Hetzelfde gaat ook op voor de bariton; daar is het vooral het expressieve vermogen in het laag dat me aanspreekt. Alleen met de alt heb ik niks. Er is simpelweg geen klankgebied op dat instrument waarin ik een eigen geluid kan vinden.''

,,Bij solo-concerten zijn luisteraars altijd verbaasd over de diversiteit aan geluiden die je aan een saxofoon kan ontlokken. Ik speel bijvoorbeeld een nummer op alleen een mondstuk en dan klinkt het bijna als rappen. In een ander nummer bespeel ik juist een bariton zonder mondstuk en werken de kleppen als percussie-instrument. Daarnaast gebruik ik de resonantie van die grote pijp door erin te gillen en spugen. Met circular breathing - het gelijktijdig inademen door de neus en uitademen door de mond - kan je het geluid van een didgeridoo benaderen.''

,,Bij sommige technieken moet je oppassen dat je ze niet teveel gebruikt, zoals bijvoorbeeld slaptongue. Het is eigenlijk niet meer dan het naar beneden zuigen van het riet en dat met een knal laten terugschieten. Het is in de jaren dertig en veertig veel als gimmick ingezet en ook nu nog wordt het snel een trucje. Maar ik vind het belangrijk dat je zo'n techniek functioneel gebruikt. Als je bijvoorbeeld in een extreme uithoek van je instrument zit en het geluid verstilt helemaal. Door dan een percussief element in te zetten kan je een brug slaan naar een nieuwe melodische wending.''

,,Sommige technieken zijn lastig onder de knie te krijgen, maar uiteindelijk kost dat deel alleen maar tijd. Het allermoeilijkste is het spelen van een noot die alles zegt. Dus een noot die in het ene stuk agressie uitstraalt, in het volgende weemoed en een derde rust. Die verschillende gevoelens in die ene toon leggen, dat kan je niet aan met alleen maar oefenen, daarvoor moet je naar binnen. Dan komt het aan op mentaliteit en is techniek een bijkomstigheid.''

Noot: Ferdi Schukking: Lucht (eigen beheer). Te bestellen via 0348-409726 of via internet.