Terug 
          naar "Alle 14 live" 
           
        
         
        
        14. 
          DRANKORGEL  
        (Tekst: 
          Roel C. Verburg) 
        Goedenavond 
          geachte barman, mag ik veertien bieren? 
          Mijn uitkering is binnen, dus dat ga ik ff vieren... 
        Op 
          weg hierheen begon het me al te dagen: 
          ik ga me vast weer bezopen gedragen... 
          en inderdaad, wat heb ik weer een zin, 
          ik klots er lekker veel bieren in 
          In mijn eentje zit ik hier aan de toog,  
          en ik drink maar door want mijn keel is droog 
        Nog 
          zeven glazen op een rij,  
          en allemaal, allemaal van mij 
          Ik neem ze in, een voor een,  
          met drank erbij ben ik nooit alleen 
          Want uiteindelijk kan niets me meer schelen,  
          als het drankorgel begint te spelen 
           
          Hallo beste barman, doe mij nog eens drie bier, 
          en neem er zelluf ook een, dat maakt tezamen vier... 
        Van 
          al dat gezuip moet ik veel naar 't toilet,  
          met mijn jas over mijn kruk hou ik mijn plaats bezet, 
          zodat ik als ik terugkom, met een lege blaas 
          weer verder kan gaan met whiskey-cola's 
          en andere mixjes, want na al dat vele bier 
          wil ik ook iets anders drinken hier.... 
        en 
          ik rook een sigaret 
          alsof het mijn laatste is 
          en ik blijf denken aan het net 
          waar ik constant achter vis 
        De 
          toiletdeur slaat achter me dicht  
          mijn ogen wennen aan het felle licht 
          ik concentreer me en hoop dat ik goed richt 
          geen grote boodschap maar een klein bericht 
          geinspireerd door de muur in mijn aangezicht 
          pak ik een stift en schrijf ik een dronkemansgedicht: 
        rozen 
          verwelken schepen vergaan 
          dus doe mij nog maar een bier 
         
          De Gokautomaat blijft zijn lichtjes knipperen 
          ernaast staat iemand heftig te flipperen 
          en verder wordt er alleen gekletst en gepraat 
          en gebabbeld en geluld en gebrald en geblaat 
          en ik loop ertussen door stevig te paffen 
          terug naar de bar om nog een glaasje te straffen 
        Teveel 
          hooi op mijn vork, 
          teveel alcohol in mijn bloed, 
          te weinig vinger in mijn pap 
          te weinig eten en teveel roet  
        Zeg 
          Barman, geef me eens een wodka-jus, 
          ik wil um met ijs en ik wil um nu 
        Ik 
          knoop wat aan en ik hak wat door 
          niet ieder gesprek zit op een levend spoor 
          ik lach wat af met wat dronkelappen 
          en iedereen die ik zie, trakteer ik op mijn grappen 
          zo spreek ik zonder mijn stem te verdraaien 
          "t is zwart, en 't vliegt door de lucht.... twee kraaien?" 
        Ach 
          toe beste barman, graag nog een Whiskey erbij 
          Vanochtend was ik depressief maar nu voel ik me zo blij 
        De 
          zorgen aan mijn hoofd maken ruimte voor getol, 
          en alles waar ik mee zit, wordt verdoofd door alcohol 
          mijn enige probleem is: "heb ik nog geld?" 
          "of heb ik nou net mijn laatste drankje besteld?" 
          Desalniettemin blijf ik de barman bevelen 
          om het drankorgel maar alsjeblieft te laten spelen.... 
        Stemmen 
          verstommen, het borrelt in mijn maag 
          Ik zweef omhoog, de wereld lijkt zo vaag 
          Ik ben eenzaam in mijn macht, dan plots een brandende vraag: 
          "Mag ik soms een vuurtje?" en ik kom weer omlaag 
          Ik kijk om me heen en mijn hand grijpt gestaag 
          naar mijn blinkende Zippo, die ik altijd bij me draag 
          en ik steek een sigaret aan in een vurige vlaag 
          ik drink weer wat verder, mijn gedachten worden traag 
          en ik keer weer heerlijk terug naar het stuk in mijn kraag 
        Kom 
          op, eh dinges, doe mij nog een Gin-tonic 
          en ook van dat trappistenbier, zo'n biertje van een monnik 
         
          Ik verzwelg mijzelf in 't leven aan de bar 
          en ik leef hier mijn essentie: clown, joker, nar 
          en ik word bediend op mijn wenken, 
          zolang de barman maar blijft schenken, 
          en iedereen giet het in de kelen, 
          als het drankorgel begint te spelen.... 
        Ach 
          toe, lieve barman, mag ik nog een glas, 
          denk je eens in, hoe erg 't zou zijn, als niet ik maar jij het was? 
        Teveel 
          manden om door te vallen 
          ik loop tegen duizend lampen aan 
          'k heb geen woorden meer om te lallen 
          'k heb niet eens een plank om mis te slaan 
           
         |