Terug naar "Alle 14 goed"

7. CONDOOMAUTOMAAT

(Tekst: Roel C. Verburg)

Nadat ik klaar was met de vaat
stapte ik met een wijde blik op straat
eerst nog even langs de giromaat
(ik ben zo iemand die dan ook een café in gaat)
en wat is dat daar dat zo fijn aan de bar staat?
volslank en bloedmooi, in vol ornaat.
Het wordt tijd dat ik met haar praat.
Misschien wordt dat seks, je weet nooit hoe dat gaat,
Ik rij eerst even langs de condoomautomaat
Tzzn:
Waarom rijen zonder drank, waarom vrijen zonder frank
een condoom zit in de weg zonder invloed heb je pech
REFREIN:
baat het niet, pas op dat het niet schaadt straks word je aangeklaagd
voor smaad hou daarom altijd je rubbers paraat
want jij had immers geen ruggengraat
en je weet maar nooit met wie zij het heeft gedaan, de daad
Ik stap op haar af, zelfverzekerd en kordaat,
ik zeg: 'Je staat hier zo alleen en desolaat,
je hebt vast behoefte aan een kameraad.'
Ze kijkt me aan en zegt 'inderdaad,
maar ben jij tot goede vriendschap in staat?'
Dus ik zeg haar: 'Ik ben goedheid in 't kwadraat,
ik ben aardig, doe nooit aan kattenkwaad,
ik ben voor eeuwig je steun en toeverlaat.'
En ik maar hopen dat ze met me meegaat,
na een ritje langs die condoomautomaat.
We drinken en lallen ons uit de naad voor we het weten zijn we
de draad kwijt. Bij jou...bij mij...in de automaat
Ik begin te plukken aan haar schitterend gewaad
We zwalken naar de auto, dan volgt het beraad
met of zonder, langs de automaat Thuis slaat weldra de liefde
om in haat Ik krijg hem niet omhoog, wederom geen zaad
Tzzn